Gisteren hoorde ik via Facebook dat Joop Leibbrand dit weekend plotseling is overleden. Die klap kwam hard aan. Zoals ik het voel, was Joop degene die van mij een online schrijver maakte.
Joop was niet alleen redacteur en recensent, maar (vooral) ook dichter. Hij was een tijd stadsdichter van Den Helder (naar eigen zeggen, zoals bij zijn bescheidenheid paste, alleen omdat er twee oud-leerlingen van hem in de selectiecommissie zaten) en publiceerde ook onder het pseudoniem Frieda Snel.
Prozagedicht
In 2005 was ik al enige tijd aan het proberen schrijver te worden. Ik had een roman in eerste versie en schreef veel gedichten. Voor veel beginnende dichters, en dus ook voor mij, was online poëziemagazine Meander een logische keuze voor het opsturen van het eerste werk. Joop was degene die namens Meander contact met me opnam. Hij vertelde me dat het prozagedicht dat ik had gestuurd tot nogal wat discussie had geleid op de redactie, maar dat uiteindelijk was besloten het te plaatsen. Tussen de regels door kon ik lezen dat Joop een van de voorstanders was geweest. Een paar weken na die plaatsing mailde Joop me weer. Of ik de nieuwe bundel van Peter Ghyssaert wilde recenseren. Daar stonden namelijk veel prozagedichten in en hij had niet echt een recensent die daar wat mee kon.
Opbouwende kritiek
Ik zei ja, maar ik weet nog hoe wanhopig ik daarna was. Een recensie. Van een dichtbundel. Van een echte dichter. Ik zocht door bibliotheek, De Slegte en de dikke Komrij naar aanknopingspunten om iets zinnigs te kunnen zeggen over de bundel. Ik denk niet echt dat dat gelukt is. Ik kan me in ieder geval herinneren dat ik alle andere recensies die van de bundel verschenen vele malen beter vond. Dat waren ze waarschijnlijk ook, maar de kritiek van Joop was altijd opbouwend. Hij stuurde me nog een bundel en nog een en nog een. Die eerste tijd voorzag hij me op zijn bijzonder milde manier van feedback en onder zijn hoede groeide ik uit tot de meest productieve recensent van Meander. Dat was het begin van een periode van een kleine 10 jaar waarin ik veel, heel veel dichtbundels en andere boeken recenseerde voor allerlei media, waaronder vooraanstaande landelijke bladen.
Fulltime baan
Joop heeft minimaal één keer geprobeerd te stoppen met het werk voor Meander. Hij was ermee begonnen om, als gepensioneerd leraar Nederlands, nog een beetje met zijn vak bezig te zijn. Waarschijnlijk wist hij niet van tevoren dat hij alleen al met het redigeren en plaatsen van recensies en het onderhouden van contact met uitgevers en recensenten 20 uur in de week bezig zou zijn. Daar kwamen het werk voor Klassiekers, een e-mailnieuwsbrief met besprekingen van klassieke gedichten, en het schrijven van zijn eigen stukken nog bij. Alles bij elkaar moet het een fulltime baan zijn geweest. Hij deed een halfslachtige poging om mij te interesseren voor de functie. Hij begreep goed dat ik beleefd weigerde. ‘Ik ben met pensioen, ‘ schreef hij. ‘Jij staat nog in het volle leven.’ Dat was geklets, natuurlijk. Ja, ik had kleine kinderen en een eigen bedrijf, maar als er iemand, als spin in een almaar groeiend digitaal web van schrijvers, uitgevers en recensenten, in het volle leven stond was het Joop wel. Uiteindelijk vond hij geen vervanging en bleef hij in functie. Tot het einde, zoals nu blijkt.
Het genot van het web
Recenseren bleek voor mij noch levensvervulling, noch afdoende inkomensbron. Maar ondertussen had ik door Meander en de vele blogs die volgden iets anders leren kennen: het genot van het schrijven voor het web. Toen ik dus besloot om de rest van mijn werkzaam bestaan te wijden aan het maken van teksten voor op het web, deed ik dat op basis van wat ik dankzij Joop bij Meander gezien en geleerd had. Ik kan dus zonder overdrijven zeggen dat Joop op een beslissend moment een beslissende richting aan mijn leven heeft gegeven. Nu hij er dan ineens niet meer is, voelt dat – het is een cliché, maar het cliché is waar – alsof een stukje van mij ook weg is.
Aangeraakte levens
Zo’n in memoriam gaat al gauw veel meer over jezelf dan over de overledene. Dat realiseer ik me. Ik kende Joop ook eigenlijk nauwelijks. Ik zag hem twee maal in levende lijve, ontmoette zijn vrouw en kinderen – die ik bij deze diepgevoeld condoleer – nooit, kwam nooit bij hem thuis. Het contact dat we hadden was via mail en soms Facebook. Het enige wat ik van hem weet is hoe hij mijn leven heeft aangeraakt, en ik vertel dit verhaal alleen omdat ik zeker weet dat hij dat niet alleen met het mijne, maar met vele andere heeft gedaan.
Een stille kracht
Joop was een stille kracht. Hoewel hij veel publiceerde bleef hij, in zijn werk en daar buiten, als persoon op de achtergrond. Hij was een man die genoot van de groei en ontwikkeling van anderen. Ook in die zin heeft hij zijn werk als leraar tot het einde toe voortgezet. Ik weet dus zeker dat het verdriet dat ik voel, alsmede de grote dankbaarheid – en ik ben heel blij dat ik de tegenwoordigheid van geest heb gehad om hem die bij leven ook een aantal keer te betuigen – gevoeld worden in heel veel schrijfkamertjes door heel Nederland en Vlaanderen.
Foto: Edith de Gilde
Rob de Vos says
Dank je, Bouke.
Het is goed om herinneringen van anderen te lezen. Dat Joop ooit heeft geprobeerd jou met de recensierubriek te belasten, was ik al vergeten. Maar het is waar, het begint me nu weer te dagen.
Dit jaar kwam het einde van de medewerking van Joop toch echt in zicht. Maar dat het zo abrupt zou gaan hebben we gelukkig niet voorzien.
Bouke says
Zie dit nu pas, Rob!
Dank voor je reactie. Ik hoop van harte dat Meander verder kan, ook zonder Joop.